Het juiste gebruikelijk loon in 2023
De B.V. is in de varkenshouderij een niet meer weg te denken rechtsvorm. Of dat nu is vanwege de bedrijfswinsten, de beperking van de aansprakelijkheid of een andere reden, veel varkensbedrijven “zitten in” de B.V.. Als ondernemer ben je dan werknemer van de B.V. geworden en geniet je een loon. Een verplicht loon en met een ondergrens van € 51.000,–. In de praktijk wordt (te) vaak het loon op dit normbedrag vastgesteld. Dit kan nadien tot vervelende gesprekken met de belastinginspecteur leiden wanneer die zich op het standpunt stelt dat het loon hoger moet zijn.
Gebruikelijk loon
Er was ooit een tijd dat een directeur-grootaandeelhouder van een B.V. helemaal zelf kon bepalen hoe hoog het loon uit zijn B.V. was. Al was het nihil, de belastinginspecteur had maar weinig instrumenten om eventueel misbruik aan te pakken. Sinds 1997 alweer geldt een zogenoemd gebruikelijk loon als – in beginsel – minimum loon. In 2023 bedraagt dit minimum € 51.000,–. Het kan echter ook hoger of lager uitvallen.
Als uitgangspunt voor de juiste hoogte van het loon geldt dat je een loon moet ontvangen dat gebruikelijk is voor het niveau en de duur van de werkzaamheden. Als vuistregel geldt daarbij dat je moet uitgaan van de hoogste van de volgende bedrag: of 100% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking of het loon van de meest verdienende werknemer binnen het varkensbedrijf of dus € 51.000,–.
Doelmatigheidsmarge
Uitgaan van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking betekent dat je als het ware om je heen moet kijken. Wat betalen andere directeur in vergelijkbare bedrijven zichzelf uit of wat krijgen bedrijfsleiders in dergelijke bedrijven. Het is best lastig om dit voor jezelf vast te stellen. Het raadplegen van salarisschalen in de cao, websites over salarissen en CBS cijfers kunnen je al een eind op weg helpen. De belastinginspecteur beschikt natuurlijk wel over deze informatie. Daarom is het vaak verstandig om het loon vooraf af te stemmen met de belastinginspecteur. Daar komt bij dat waar je tot 2022 nog mocht uitgaan van 75% van het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking – dus 25% doelmatigheidsmarge – vanaf dit jaar uitgegaan moet worden van 100% van dit loon. Dit betekent dat je dus minder speelruimte hebt. En dat je jouw loon moet verhogen!
Lager loon
Onder omstandigheden mag je jouw loon vaststellen op een lager bedrag. Lager dan het loon uit de vergelijkende dienstbetrekking en zelf lager dan het bedrag van € 51.000,–. Dit geldt bijvoorbeeld wanneer je in deeltijd werkt of in verliessituaties waarbij de continuïteit van het varkensbedrijf in gevaar komt. Ook hier geldt dat het verstandig is om dit vooraf met de belastinginspecteur af te stemmen. Doe je dit zonder vooroverleg en wordt dit later gecorrigeerd dan betaal je én een boete én rente. En dan wordt het alsnog een dure grap.
Herbeoordeling
Zoals met veel zaken is het ook hier niet verstandig om op de automatische piloot te koersen. Toets tegen het einde van het jaar 2023 of het loon wel aan de huidige spelregels en aan de huidige normen en maatstaven voldoet en zo nee dan is een correctie dit jaar nog mogelijk. Denk daarbij ook aan de hoge inflatie die – gelukkig – inmiddels achter ons ligt maar die wel invloed heeft op de hoogte van het loon. Of aan de krapte op de arbeidsmarkt die de lonen omhoog jaagt. Ook het vervallen van de doelmatigheidsmarge van 25% kan betekenen dat het loon hoger moet zijn.
Vastlegging
Wanneer het loon is vastgesteld is het advies om vast te leggen (en goed te bewaren) op basis van welke gegevens dit loon is vastgesteld. Komt er dan een discussie met de belastinginspecteur dan heb je de documentatie beschikbaar. Leg een aanpassing van het loon ook vast in een aandeelhoudersbesluit waarvan notulen zijn opgemaakt. Zo is het een stuk eenvoudiger om de eventuele discussie met de belastinginspecteur tot een goed einde te brengen.
mr. Erik Marcus RB- Remie Fiscaal Juridisch Adviesbureau B.V. – Uden
e.marcus@remie.nl