Gemeenschappelijk Landbouwbeleid: Door inbreng van een eenmanszaak in een VOF is er geen sprake van oprichting van een nieuw bedrijf
Op 15 februari 2022 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven geoordeeld dat door de inbreng van een eenmanszaak in een vennootschap onder firma het landbouwbedrijf niet wijzigt en er dus geen sprake is van oprichting van een bedrijf.
In casu exploiteert de man al enige jaren een bedrijf als eenmanszaak. Hij heeft in het verleden de zogenoemde jonge landbouwers-subsidie verkregen. Hij komt inmiddels niet meer voor deze subsidie in aanmerking. Dit (mede) vanwege het feit dat het langer dan vijf jaar geleden is dat hij zeggenschap heeft verkregen over het bedrijf (betreft één van de afwijzingsgronden).
Hij gaat een vennootschap onder firma aan met zijn echtgenote. Voor deze echtgenote wordt vervolgens de jonge landbouwers-subsidie aangevraagd. Dit vanwege het feit dat zij voor het eerst zeggenschap heeft binnen een bedrijf. Deze aanvraag is volgens het College terecht afgewezen. Feitelijk is sprake van hetzelfde bedrijf. De VOF kan geen aanspraak maken op de subsidie.
Bij deze uitspraak van het CBB (ECLI:NL:CBB:2022:71) heeft mw. mr. H.A. van Bommel een annotatie geschreven welke is gepubliceerd in het Tijdschrift voor Agrarisch Recht nr. 5, mei 2002.
Klik op onderstaande link om deze annotatie te lezen:
CBB 15 februari 2022 GLB Jonge landbouwers inbreng in VOF