Strengere regels bij vruchtwisseling en de landbouwvrijstelling
Vruchtwisseling of het tijdelijk uit gebruik geven van landbouwgrond aan een andere agrarische ondernemer om zo de kwaliteit is een bekend fenomeen in de agrarische sector. De landbouwgrond wordt dan tijdelijk niet in het eigen bedrijf gebruik – een voorwaarde voor de toepassing van de landbouwvrijstelling – maar dat leidde niet tot problemen voor de toepassing van de vrijstelling. In een besluit van 5 november 2025 heeft de minister echter de spelregels ingrijpend veranderd. Alleen door te voldoen aan de nieuwe voorwaarden kun je er voor zorgen dat de landbouwvrijstelling van toepassing blijft bij vruchtwisseling.
Landbouwvrijstelling
De landbouwvrijstelling zorgt ervoor dat het verschil tussen het bedrag waarvoor de grond ooit is gekocht (behoudens wanneer als pachter is gekocht) en de actuele agrarische grondprijs (de zogenoemde waarde in het economisch verkeer bij agrarische bestemming of de wevab-waarde) bij verkoop van de grond, onbelast blijft. De landbouwvrijstelling is van toepassing op de cultuurgrond en op de ondergrond van de bedrijfsgebouwen. Een belangrijke voorwaarde voor de toepassing van de vrijstelling is dat de grond binnen het eigen melkveebedrijf wordt gebruikt en als zodanig ook bij RVO is opgegeven.
Vruchtwisseling
Wanneer er sprake is van vruchtwisseling wordt de eigen grond tijdelijk niet binnen het eigen melkveebedrijf gebruikt. Zuiver gezien is de landbouwvrijstelling dus niet van toepassing op de waardestijging van de grond in die periode. Op basis van een uitspraak van de belastingrechter van lang geleden (1968) en vervolgens een werkafspraak uit 2014 bleef de landbouwvrijstelling van toepassing als het uit gebruik geven van grond in het belang is van het bedrijf als onderdeel van het schema van vruchtwisseling. De grond mag in dit kader voor niet meer dan een jaar uit gebruik worden gegeven of verpacht en vervolgens moet het weer in eigen gebruik worden genomen. Overigens gold deze verruiming niet bij uit gebruik geven van grond in het kader van derogatie.
Opzegging
In het besluit van 5 november 2025 heeft het Ministerie van Financiën de werkafspraak uit 2014 opgezegd. Voor nieuwe uit gebruikgevingen vanaf 15 november 2025 blijft de landbouwvrijstelling uitsluitend nog van toepassing onder nieuwe strenge voorwaarden. En nogmaals is bevestigd dat uit gebruikgevingen voor derogatie nog steeds buiten de boot vallen.
Voorwaarden
De landbouwvrijstelling is uitsluitend nog van toepassing op uit gebruik gegeven gronden indien voldaan wordt aan een vijftal voorwaarden. Er moet een schriftelijke overeenkomst zijn voordat de grond uit gebruik wordt gegeven. Dat hoeft niet via de notaris. De periode van uit gebruik geven is niet langer dan één teelt van de eigenaar van de grond, tenzij de teelduur van het gewas van de gebruiker langer is dan één jaar. Het uit gebruik geven van de grond moet noodzakelijk zijn voor de bodemgesteldheid en de verbetering van de grond van de eigenaar. En de eigenaar moet dat aannemelijk maken!
De vruchtwisseling moet voorts gunstig zijn voor de teelt van het gewas dat direct voorafgaand aan het uit gebruik geven op het land stond. Als de grond weer in eigen gebruik wordt genomen,
moet ditzelfde gewas weer door de eigenaar geteeld worden. En tot slot moet de grond na de strikt noodzakelijke termijn van het uit gebruik geven weer in het eigen landbouwbedrijf in gebruik worden genomen.
Wanneer er sprake is van een lopende overeenkomst blijven de oude afspraken over vruchtwisseling tot maximaal 14 november 2027 gelden.
mr. Erik Marcus RB- Remie Fiscaal Juridisch Adviesbureau – Uden
