De accountant als informant van de belastingdienst
Het beroep van de accountant is aan veranderingen onderhevig. Voor zijn klant is het niet meer genoeg wanneer hij tijdig de jaarrekening opmaakt. Natuurlijk moet dat nog steeds gebeuren en de bank verlangt meer en meer dat de jaarrekening zo vroeg mogelijk in het jaar wordt overlegd en zo mogelijk ook nog tussentijdse rapportages. De klant verwacht naast deze passieve taak echter ook een actieve inbreng van de accountant. Hij wenst in voorkomende situaties pro actief te worden geadviseerd door zijn accountant. Voor menig accountant is dat een ware cultuuromslag.
Dit is echter niet de enige verandering die de praktijk van de accountant kleurt. Meer en meer krijgt de accountant ook de taak om schatbewaarder van het maatschappelijk belang te zijn. Onder omstandigheden is hij verplicht de belastingdienst te informeren over onjuistheden die hij bij zijn klant heeft geconstateerd. Zijn beroepsmatige geheimhoudingsplicht treedt dan terug. Sprak ik zojuist nog over een cultuuromslag; in deze is sprake van een ware paleisrevolutie. De accountant als informant van de belastingdienst die zijn eigen klant moet verklikken. Dat is niet één of twee keer slikken maar minstens drie keer!!
In een uitspraak van de accountantskamer – de tuchtrechter van de accountants – werd een accountant voor het niet melden van een omvangrijke btw-fraude aan de belastingdienst gevoelig op de vingers getikt.
In de casus die aan dit dossier ten grondslag ligt laat een melkveehouder zijn accountant voor de btw-aangiften facturen in die aangiften opnemen waaruit zou moeten blijken dat hij tussen 2006 en 2008 voor in totaal 12 miljoen euro heeft geïnvesteerd in stallen en melkmachines. Op basis van deze facturen is er een btw-teruggave voor de melkveehouder voor een bedrag van 2,2 miljoen euro. Een dergelijke teruggave was niet gebruikelijk voor de melkveehouder. Bovendien wist de accountant ook dat de melkveehouder financieel er helemaal niet goed voorstond. De accountant had wel vragen gesteld over de facturen en bovendien inzage gevraagd in de mutaties op de bankrekening via welke de facturen zouden zijn betaald. Dit laatste had hij niet gekregen maar desalniettemin de aangiften toch ingediend.
Later biecht de melkveehouder aan de accountant zijn zonden op. De accountant verzoekt de melkveehouder de onjuiste btw-aangifte te corrigeren maar die weigert dat waarna de accountant de werkzaamheden opschort en vervolgens de melkveehouder de relatie met de accountant verbreekt. De accountant doet vervolgens noch een witwasmelding noch een fraudemelding bij de belastingdienst. In 2011 ontdekt de belastingdienst zelfstandig de btw-fraude.
In de door de belastingdienst jegens de accountant aangespannen klachtprocedure oordeelt de Accountantskamer dat, gelet op de hoogte van de op basis van de onjuiste aangiften teruggeven bedragen en gelet op het maatschappelijk belang dat een fraude met gemeenschapsgeld van een omvang als hier aan de orde, zo spoedig mogelijk aan het licht komt, van de accountant mag worden gevergd dat hij zelf met doorbreking van zijn plicht tot geheimhouding aan de belastingdienst had gemeld dat de door hem ten behoeve van de cliënt ingediende aangifte onjuist waren.
Daaraan voegt de tuchtrechter nog toe dat het feit dat de accountant ook onvoldoende oog heeft gehad voor signalen dat er iets niet juist kon zijn, duidt op ontbrekend besef bij hem van het belang van de naleving van twee fundamentele beginselen op een terrein van groot maatschappelijk gewicht. Het niet melden van de onjuistheid van die aangiften, nadat de accountant daarvan kennis had gekregen, aan de belastingdienst getuigt opnieuw van tekortschietend besef van wat het fundamentele beginsel van integriteit in deze zaak van hem vergt. Harde woorden voor deze accountant.
Deze uitspraak is vanzelfsprekend uitsluitend van toepassing op accountants op wie het tuchtrecht van de accountantskamer van toepassing is. De uitspraak laat evenwel een ontwikkeling zien die linksom of rechtsom ook invloed zal hebben op accountants die daaraan niet zijn onderworpen. Bijvoorbeeld bij strafrechtelijke vervolging wegens fraude. Een accountant kan als medepleger immers ook strafrechtelijk worden vervolgd op basis van de vierde tranche van de Algemene Wet bestuursrecht.
De ondernemer verwacht van zijn adviseur een steeds actievere rol in zijn advisering. Advies dient gevraagd en ongevraagd te worden gegeven. Ongevraagd kan die adviseur bezien vanuit de optiek van de ondernemer ook voor hem de luis in de pels zijn. Immers ook de maatschappij verwacht een actieve rol van hem in de situatie waarin belastingfraude aan de orde is. Zonder enige twijfel zal deze rol de accountant op momenten in een moeilijke positie brengen. Hij zit tussen twee vuren. Enerzijds heeft hij een geheimhoudingsplicht en verliest hij niet graag een goede klant. Maar anderzijds zal hij niet bereid zijn om voor die klant zijn eigen hachie op het spel te zetten.