Geen bedrijfsopvolgingsfaciliteit voor verpachte zaken
Met ingang van 1 januari van dit jaar is de bedrijfsopvolgingsfaciliteit aangepast. Onroerende zaken (grond en gebouwen) die geheel of gedeeltelijk in gebruik zijn bij een ander vallen niet meer onder de toepassing van deze faciliteit. Denk hierbij aan tijdelijke verpachting of vruchtwisseling van landbouwgrond. Welhaast alledaags zaken op het agrarische bedrijf. Dit kan leiden tot schenk- of erfbelasting bij de bedrijfsoverdracht. De wetgever biedt de agrarische sector teeltpacht als mogelijkheid maar dat is in de praktijk geen praktisch alternatief.
Bedrijfsopvolging
Een bedrijfsoverdracht zonder de toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit is zo goed als ondenkbaar. Bedrijfsoverdrachten vindt plaats tegen de voortzettingswaarden en dat is een lagere waarde dan de liquidatiewaarde oftewel de prijs die een willekeurige derde voor het bedrijf moet betalen. De bedrijfsopvolgingsfaciliteit zorgt er voor dat over het verschil geen schenk- of erfbelasting hoeft te worden betaald. Feitelijk wordt dus een deel van het verkregen ondernemingsvermogen vrijgesteld van belastingheffing. Een van de voorwaarden die hiervoor geldt is dat na de bedrijfsovername, het bedrijf gedurende een periode van tien jaar dient te worden voortgezet. Wanneer dit niet gebeurt wordt de faciliteit (in beginsel) teruggenomen en vindt er alsnog belastingheffing plaats.
Wetswijziging
Zoals vaak met belastingwetgeving het geval is, heeft de wetswijziging per 1 januari 2024 een voor onze agrarische sector feitelijk niet bedoeld en zeker niet gewenst gevolg. De wetswijziging is ingevoerd om een einde te maken aan de discussie of de verhuur van onroerende zaken (vaak panden) als een onderneming is aan te merken of dat het een belegging is. Op een belegging is de faciliteit niet van toepassing. Door de ruime formulering van de aanpassing vallen in de agrarische sector ineens veel voorkomende situaties – die dus helemaal geen belegging zijn – binnen het toepassingsbereik van de nieuwe regelgeving. Een van de meest voorkomende situaties is het tijdelijk verpachten of mondeling in gebruik geven van landbouwgrond aan een derde. Al dan niet in het kader van vruchtwisseling. Wanneer de grond bij een derde in gebruik is, valt de grond voortaan niet meer onder de toepassing van de faciliteit. Dit betekent dat de bedrijfsopvolger of belasting moet gaan betalen of hij moet de werkelijke waarde gaan betalen. Dit kan natuurlijk helemaal niet omdat alsdan een financieel gezonde bedrijfsvoortzetting niet mogelijk is. En het niet overdragen van de grond is meestal ook geen optie.
Teeltpacht
Nadat tijdens de totstandkoming van de nieuwe regels al de nodige opwinding uitbrak over de nieuwe regels, heeft de wetgever in de uiteindelijke regeling een ontsnappingsmogelijkheid in de vorm van teeltpacht opgenomen. Wanneer landbouwgrond op basis van een teeltpachtovereenkomst aan een derde ter beschikking wordt gesteld, blijft de bedrijfsopvolgingsfaciliteit toch van toepassing op de overdracht van deze landbouwgrond tegen de al genoemde voortzettingswaarde. Echter een teelpachtovereenkomst kan op basis van de pachtwetgeving alleen afgesloten worden voor één of tweejarige teelten waarvoor vruchtwisseling noodzakelijk is. Het is niet volledig duidelijk wanneer er sprake is van een teelt waarvoor vruchtwisseling noodzakelijk is. Nog daargelaten dat landbouwgrond ook om andere redenen aan de buurman of anderen ter beschikking kan worden gesteld. Voor de teelt van aardappelen zal weinig discussie ontstaan over de vraag of vruchtwisseling noodzakelijk is, maar hoe zit dit voor gras en mais of haver en rogge? In ieder geval bij gras en mais lijkt een teeltpachtovereenkomst niet mogelijk te zijn omdat hier vruchtwisseling niet noodzakelijk is. En daarmee lijkt de bedrijfsopvolgingsfaciliteit op deze gronden dus niet meer van toepassing te zijn. Overigens nog daargelaten dat aan teeltpachtovereenkomsten eisen worden gesteld die helemaal niet aansluiten bij de feitelijke gang van zaken. Zoals het opmaken van een teeltpachtovereenkomst die aan de eisen van de wet voldoet en de tijdige registratie van de overeenkomst. Mondelinge afspraken over het gebruik van grond zijn in ieder geval verleden tijd.
BV
Zit uw bedrijf in de B.V. dan ontkomt u ook niet aan deze wetswijziging. De wetswijziging heeft ook zijn invloed op de toepassing van de faciliteiten bij de overdracht van aandelen en de aanmerkelijk belang belastingheffing in box 2.
mr. Erik Marcus RB- Remie Fiscaal Juridisch Adviesbureau B.V. – Uden
e.marcus@remie.nl