Advies afschaffing landbouwvrijstelling
Het rapport over de toekomst van de landbouwvrijstelling ligt sinds half maart op de tafel. Het advies is duidelijk. Volgens de opstellers van het rapport is de landbouwvrijstelling niet doeltreffend en niet doelmatig. Ook kan de het bestaan van de vrijstelling niet worden gebaseerd op het realiseren van eventueel wenselijke neveneffecten. De conclusie in het rapport is dan ook dat afschaffing een logische en uitvoerbare optie is. Maar wel met een overgangsregeling. Of dit rapport tot de daadwerkelijke afschaffing van de landbouwvrijstelling leidt, is aan het nieuwe kabinet. Met weer een rapport die pleit voor de afschaffing begint het er op te lijken dat de landbouwvrijstelling over niet al te lange termijn daadwerkelijk van het toneel is verdwenen.
Landbouwvrijstelling
Voor wie het even kwijt is. De landbouwvrijstelling zorgt er voor dat het verschil tussen het bedrag waarvoor de grond ooit is gekocht (behoudens wanneer als pachter is gekocht) en de actuele agrarische grondprijs (de zogenoemde waarde in het economisch verkeer bij agrarische bestemming of de wevab-waarde) bij verkoop van de grond, onbelast blijft. De landbouwvrijstelling is van toepassing op de cultuurgrond en op de ondergrond van de bedrijfsgebouwen. Een belangrijke voorwaarde voor de toepassing van de vrijstelling is dat de grond binnen het eigen melkveebedrijf wordt gebruikt en als zodanig ook bij RVO is opgegeven.
Discussie
Over het voort blijven bestaan van de landbouwvrijstelling loopt al vele jaren een discussie. Het is ook om die reden dat veel melkveehouders al een of meerdere keren hun landbouwgrond en ondergrond bedrijfsgebouwen hebben geherwaardeerd. Herwaarderen betekent dat de grond op de op dat moment actuele waarde op de balans komt te staan. Door dit herwaarderen werd de waardestijging van de grond met toepassing van de landbouwvrijstelling onbelast gerealiseerd. Het risico van een onverwachte afschaffing of afschaffing met terugwerkende kracht van de landbouwvrijstelling wordt op deze manier buiten de deur gehouden.
Afschaffing
In opdracht van het Ministerie van LNV en het Ministerie van Financiën heeft dit keer het onderzoeksbureau SEO economisch onderzoek het adviesrapport geschreven. In 2021 was er nog een rapport van de Algemene Rekenkamer verschenen. De conclusies van beide rapporten zijn vergelijkbaar. Kort gezegd is er volgens de onderzoekers geen enkele rechtvaardiging te bedenken voor het handhaven van de landbouwvrijstelling. Het advies is dan ook de vrijstelling af te schaffen. Afschaffen en geen hervorming van de regeling. Want de positieve effecten van de landbouwvrijstelling kunnen ook met andere – al bestaande fiscale instrumenten – doeltreffender en doelmatiger worden gerealiseerd.
Overgangsregeling
Net als in het rapport van de Algemene Rekenkamer wordt ook in dit rapport geadviseerd om een overgangsregeling tot stand te brengen. Hoe die regeling er dan moeten komen uit te zien, wordt een keuze van de wetgever. Als uitgangspunt moet in ieder geval gelden dat waarderingen van de wevab-waarde tot het moment van afschaffing, onbelast blijven. Er mag geen effect met terugwerkende kracht zijn. Of het voorstel van de overgangsregeling nu betekent dat er nu niets meer wordt gedaan, is nog maar de vraag. Allereerst weten we niet zeker of het nieuwe kabinet het advies opvolgt. En vervolgens weten we nu nog niet hoe de overgangsregeling eruit komt te zien. Dit betekent dat wanneer u als melkveehouder duidelijkheid en zekerheid wilt hebben, het (nog steeds) verstandig is om zelf actie te ondernemen (herwaarderen) en niet af te wachten op wat het nu uiteindelijk wordt. Als agrarisch ondernemer zijn we al vaker teleurgesteld door de politiek. Maar het is een keuze.
Reactie
Een advies tot afschaffing roept direct reacties op. LTO Nederland heeft in ieder geval al aangegeven zich niet in het advies tot afschaffing te kunnen vinden. Zij ziet voldoende redenen aanwezig om de landbouwvrijstelling te handhaven. Landbouwminister Adema heeft het rapport voor kennisgeving aangenomen. Volgens hem is het aan het nieuwe kabinet om te besluit over de landbouwvrijstelling. Wel voegt hij hieraan toe dat in de huidige begrotingsregels staat dat fiscale regelingen in principe bij negatieve evaluaties worden afgeschaft, aangepast of mogelijk worden omgezet naar een andere vorm.
mr. Erik Marcus RB- Remie Fiscaal Juridisch Adviesbureau B.V. – Uden
e.marcus@remie.nl