LBV+ en LBV: meetekenen echtgeno(o)t(e)?
Zoals waarschijnlijk niemand is ontgaan, zijn op 12 juni 2023 de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (LBV+) en de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties voor stikstofreductie (LBV) gepubliceerd in de Staatscourant. Aan de overheid zijn al veel vragen voorgelegd over de uitleg van de regeling; denk hierbij bijvoorbeeld aan het zogenoemde ‘beroepsverbod’.
Bij beide beëindigingsregelingen is als bijlage een modelovereenkomst opgenomen die een veehouder moet sluiten met de Staat der Nederlanden in verband met (onder andere) dit beroepsverbod. In dit model is opgenomen dat niet alleen de vertegenwoordiger van de Staat en de veehouder de overeenkomst zullen ondertekenen, maar ook de echtgenoot/echtgenote van veehouder. Dit laatste is naar mijn mening niet correct en roept vragen op. Uit de beëindigingsregelingen blijkt naar mijn mening namelijk nergens dat een echtgenoot/echtgenote (of geregistreerd partner) de overeenkomst moet ondertekenen. Dit is dan ook voorgelegd aan RVO.
Vanuit het Team LBV van RVO is aangegeven dat de modelovereenkomst een voorbeeld betreft. Niet elke overeenkomst moet door een echtgenoot worden ondertekend. Dit is alleen het geval als de echtgenoot ook als veehouder kan worden aangemerkt.
De tekst in het model vind ik zeer verwarrend. De veehouders moeten de overeenkomst ondertekenen. Of dit echtgenoten zijn, is voor de regelingen niet relevant. Het is dan ook aan te bevelen om goed te (laten) beoordelen of een echtgenoot/echtgenote daadwerkelijk de overeenkomst moet ondertekenen.
mr. Rianne van Bommel – Remie Fiscaal Juridisch Adviesbureau B.V. – Uden
r.vanbommel@remie.nl