Belastinginspecteur te streng voor vorming herinvesteringsreserve
Bij de verkoop van een bedrijfsmiddel ontstaat vaak belaste winst. De belastingheffing over deze winst kan worden voorkomen door de winst op te nemen in een herinvesteringsreserve. Een belangrijke voorwaarde is dat u als ondernemer het voornemen hebt om daadwerkelijk te herinvesteren. De belastingrechter heeft op 21 oktober 2022 aangegeven dat niet is vereist dat het voornemen tot herinvestering realiseerbaar is in het jaar van vervreemding. Ook hoeft er geen concreet plan te zijn voor én de vervangende investering én de financiering van die investering. Er moet nog wel altijd een redelijkerwijs te verwachten voornemen zijn. De afwezigheid daarvan moet de belastinginspecteur bewijzen.
Herinvesteringsreserve
Wanneer u een bedrijfsmiddel verkoopt realiseert u vaak een boekwinst. De opbrengst is hoger dan het bedrag waarvoor het bedrijfsmiddel op de balans staat. Deze winst mag u reserveren in een herinvesteringsreserve. Door het vormen van een dergelijke reserve geeft u aan dat u het voornemen hebt om een ander (hoeft niet vervangend) bedrijfsmiddel aan te kopen. De aanwezigheid van een dergelijk voornemen is een vereiste voor het mogen vormen van een herinvesteringsreserve. Over de vraag of er wel of niet sprake is van een dergelijk voornemen, ontstaat vaak een discussie met de belastinginspecteur. In de ogen van de belastinginspecteurs wordt de reserve vaak misbruikt om uitstel van belastingheffing te krijgen. De herinvesteringsreserve mag namelijk voor drie jaar op de balans worden opgenomen en dus kan de belastingheffing drie jaar worden uitgesteld. Gelukkig is het de belastinginspecteur die moet bewijzen dat u geen herinvesteringsvoornemen heeft. En wie in een procedure iets moet bewijzen staat altijd met 0-1 achter.
Voornemen
In de procedure waarin de rechter onlangs uitspraak deed, besliste de rechter dat het voor de vorming van de reserve niet is vereist dat het voornemen tot herinvestering te realiseren is in het jaar waarin u het bedrijfsmiddel heeft verkocht en geleverd. U hoeft geld noch vergunning en dergelijke klaar te hebben liggen om de reserve te kunnen vormen. Het geld van de verkoop is bijvoorbeeld gebruikt om schulden af te lossen waardoor het niet aanwezig meer is. De belastinginspecteur mag natuurlijk wel het realiteitsgehalte van het voornemen toetsen. Geen herinvesteringsreserve kan worden gevormd (of gehandhaafd) indien niet redelijkerwijs is te verwachten dat de voorgenomen herinvestering binnen de daarvoor geldende termijn van drie jaar zal kunnen plaatsvinden.
Concreet plan
Niet alleen hoeft u het geld en de plannen niet klaar te hebben liggen, u hoeft ook nog geen concreet plan te hebben voor de vervangende investering die u wilt doen. Dit plan mag groeien in de periode waarbinnen de reserve moet worden gebruikt. Daarvoor is de termijn van drie jaar ook gegeven.
En ook als u het geld dat de verkoop u heeft opgeleverd voor andere doeleinden – aflossen van schulden bijvoorbeeld – heeft gebruikt, is dat geen probleem. U hoeft ook helemaal geen concreet plan te hebben voor de financiering van de investering die u uiteindelijk van plan bent te gaan doen.
Dossier
Wat moet u allemaal in uw dossier hebben zitten om uw voornemen aannemelijk te maken? Dat er sprake is van een onvolledig dossier hoeft geen ramp te zijn. Volgens de rechter mogen er best stukken over een voornemen ontbreken. Het bewijs van het voornemen kan immers ook op andere wijze dan door stukken worden geleverd. Daarbij is het ook zo dat stukken en andere bewijsmiddelen van latere datum zeker van belang zijn, omdat feiten die zich later voordoen, aanwijzingen kunnen geven over de aanwezigheid van een herinvesteringsvoornemen op de balansdatum (het einde van het boekjaar, vaak 31 december, tenzij er een gebroken boekjaar is).
Natuurlijk maakt u het zichzelf wel een stuk makkelijker als er wel “iets” is. Maak een dossier – digitaal of schriftelijk – waarin u een offerte, een brochure, een bewijs van een beursbezoek, een gespreksverslag van een gesprek met de bank of wat dan ook opneemt. Als u met een kleine moeite een discussie met de belastinginspecteur kunt voorkomen, spaart u zich veel tijd en geld uit.
mr. Erik Marcus RB- Remie Fiscaal Juridisch Adviesbureau B.V. – Uden