Afroming dierproductierechten meststoffenwet: bedrijfsoverdrachten
Op 1 januari 2025 is de Meststoffenwet gewijzigd. De afromingsregels bij een overgang van productierechten en bij bedrijfsoverdrachten gewijzigd. Hieronder een samenvatting van de wijzigingen bij een bedrijfsoverdracht.
Op onze website treft u ook een artikel aan over overgang/verkopen van productierechten: https://remie.nl/afroming-dierproductierechten-meststoffenwet-overgang-van-productierechten/
Wat is een bedrijfsoverdracht?
Tot 2025 werd er geen afroming toegepast bij een bedrijfsoverdracht. Vanaf 2025 is dit wel het geval; zowel fosfaatrechten, varkensrechten als pluimveerechten worden gekort bij een overdracht van een geheel bedrijf of een deel van een bedrijf.
De afromingspercentages luiden als volgt:
- 22 procent in geval van een varkensrecht;
- 13 procent in geval van een pluimveerecht;
- 30 procent in geval van een fosfaatrecht.
Het gaat in beginsel om een wijziging van de landbouwer die het bedrijf voert of een deel daarvan. Meestal betekent dit een wijziging van de registratie van het bedrijf in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en dus ook wijziging van het relatienummer bij RVO. Maar wijziging van het KvK-nummer is niet (meer) de enige maatstaf!
Personenvennootschappen
Nieuw is dat in het kader van het toepassen van afroming van productierechten ook een wijziging van vennoten in een maatschap, VOF of CV als een bedrijfsoverdracht wordt beschouwd, ondanks het feit dat een dergelijke wijziging niet leidt tot wijziging van het KvK-nummer. Hoofdregel is dat afroming wordt toegepast. Hierop wordt nog nader ingegaan; elke hoofdregel kent immers uitzonderingen.
Rechtspersonen
Ook wordt voortaan als een bedrijfsoverdracht beschouwd, althans in het kader van het stelsel van productierechten, een wijziging van de (in)directe overwegende zeggenschap binnen een rechtspersoon. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als alle aandelen met stemrecht overgaan naar een andere (rechts)persoon. Een dergelijke wijziging van zeggenschap kan ook ‘veroorzaakt’ worden door het sluiten van een aandeelhoudersovereenkomst waarbij een regeling over deze zeggenschap wordt opgenomen. Een wijziging van zeggenschap binnen een moedermaatschappij kan tevens tot gevolg hebben dat sprake is van een bedrijfsoverdracht. En zo zijn er nog tal van voorbeelden te bedenken. De beoordeling of sprake is van wijziging van overwegende zeggenschap is namelijk een feitelijke beoordeling.
Op basis van het algemene beleid van RVO worden dergelijke wijzigingen niet aangemerkt als een bedrijfsoverdracht en hoeven zij niet te worden gemeld bij RVO. Het KvK-nummer van de betreffende rechtspersoon wijzigt immers door dergelijke wijzigingen niet. Vanaf 1 januari 2025 kan een dergelijke overdracht echter tot gevolg hebben dat het productierecht wordt afgeroomd.
Let op: dit kan ook spelen al een rechtspersoon als een vennoot deelneemt aan een maatschap, VOF of CV. Een wijziging binnen de rechtspersoon kan aldus (nadelige) gevolgen hebben voor de medevennoten, want het productierecht ten name van de personenvennootschap kan dan afgeroomd worden.
Uitzonderingen
Overdracht aan ‘familie’
Een belangrijke uitzondering op de hoofdregel dat een bedrijfsoverdracht tot gevolg heeft dat het productierecht wordt afgeroomd, is de overdracht van een bedrijf, of een deel daarvan, aan een bloed- of aanverwant in de eerste, tweede of derde graad, een echtgenoot of geregistreerd partner. Denk hierbij aan de overdracht van een bedrijf van een ouder aan een kind of een kleinkind.
Hetzelfde geldt voor de situatie bij overlijden en het bedrijf gaat naar iemand in de familiekring zoals hiervoor omschreven.
Huwelijk, geregistreerd partnerschap
Als de landbouwer wijzigt door het aangaan van een huwelijk of geregistreerd partnerschap of juist ontbinding daarvan, is ook geen sprake van afroming van productierechten.
Personenvennootschap
In de Meststoffenwet is ook een aantal uitzonderingen opgenomen voor wijzigingen in een maatschap, VOF of CV.
Allereerst geldt een uitzondering voor het aangaan van een personenvennootschap waarbij de inbrengende partij zelf (mede) beherend vennoot wordt. Er wordt dan niet afgeroomd.
Wat geldt bij een bestaande personenvennootschap en er is sprake van een toetreding? De minister heeft aangegeven dat bij een toetreding de ‘zittende vennoten’ hun (aandeel in het) bedrijf inbrengen ten opzichte van de ‘toetredende vennoot’. Daardoor is de hiervoor genoemde uitzondering ook op deze situatie van toepassing en wordt geen afroming toegepast. De toetredende vennoot hoeft overigens geen familielid te zijn.
Wat is dan de situatie als een vennoot uittreedt? Uit deze voorbeelden uit de kamerstukken blijkt dat als een personenvennootschap wordt ontbonden en (een deel van) het bedrijf wordt overgedragen aan één van de beherende maten/vennoten die onderdeel uitmaakte van de personenvennootschap, er geen afroming wordt toegepast. Dit betekent naar onze mening dat vrijwel alle wijzigingen binnen een personenvennootschap onder de geformuleerde uitzondering en de uitleg daarvan vallen, mits het beherende vennoten betreft. Let dus op bij wijzigingen bij een CV. Daar kennen we immers ook niet beherende vennoten (de commanditaire vennoten).
Rechtspersonen
Op basis van de hoofdregel zou een overdracht van alle aandelen en het bestuur van een ouder aan een kind kunnen leiden tot afroming van het productierecht ten name van die rechtspersoon. Reden waarom hiervoor ook uitzonderingen zijn geformuleerd.
Het lijkt erop dat telkens het antwoord op de vraag moet worden gegeven wie uiteindelijk de mens van vlees en bloed is die de overwegende zeggenschap heeft binnen de rechtspersoon, direct of indirect. Vervolgens moet worden beoordeeld wie na eventuele wijzigingen/herstructurering deze overwegende zeggenschap heeft. Is dat dezelfde persoon of een echtgenoot, geregistreerd partner en/of een bloed- of aanverwant in de eerste, tweede of derde graad, dan lijkt een dergelijke wijziging geen gevolgen te hebben voor de omvang van de geregistreerde productierechten.
Er ontstaan vooral problemen bij bedrijven die worden geëxploiteerd door een rechtspersoon waar de zeggenschap gedeeld wordt door personen die geen bloed- of aanverwanten van elkaar zijn. Een voorbeeld: Landbouwer is Varkenshouderij B.V. Klaas en Riet, natuurlijke personen die geen familie zijn van elkaar, delen de zeggenschap; ieder 50%. Klaas komt te overlijden. Als Riet alle aandelen zou verwerven in de B.V. en zij de overwegende zeggenschap binnen de rechtspersoon verkrijgt, lijkt het erop dat het productierecht ten name van Varkenshouderij B.V. afgeroomd gaat worden. Heel zuur, want als Klaas en Riet met elkaar hadden samengewerkt in het kader van een maatschap zou een dergelijke afroming niet aan de orde zijn (zie hiervoor).
Kennisgeving bedrijfsoverdrachten
Als sprake is van een bedrijfsoverdracht met productierechten moet sinds 1 januari 2025, naast het reguliere formulier Melding overdracht, ook het (digitale) formulier ‘Kennisgeving bedrijfsoverdracht productierechten’ ingediend worden. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland heeft gecommuniceerd dat de formulieren worden aangepast. Er komt één allesomvattend (digitaal) formulier. Ten tijde van het redigeren van deze bijdrage was dat formulier nog niet beschikbaar.
Als u meer wil weten over dit onderwerp verwijzen wij graag naar een artikel van mr. H.A. (Rianne) van Bommel in het Tijdschrift voor Agrarisch recht, uitgave juni 2025 (“Afroming van productierechten; de finale?; uitgever AUP te Amsterdam) of u kunt met haar contact opnemen (e-mail: r.vanbommel@remie.nl of tel.nr.: 0413-241060).
mr. Rianne van Bommel – Remie Fiscaal Juridisch Adviesbureau B.V. – Uden
r.vanbommel@remie.nl